Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Paulus, de ogen op den raad houdende, zeide: Mannen broeders! ik heb [1]met alle goed geweten [2]voor God gewandeld tot op dezen dag. 1. Namelijk niet alleen in het Christendom, maar ook in het Jodendom, want hij had toen ook God oprecht zonder geveinsdheid gediend, naar de kennis die hij had, hoewel hij de Christenen daarna uit onverstand had vervolgd. Zie verder 2 Tim.1:3. 2. Of, God gediend. Het Griekse woord betekent eigenlijk in enige stad als een goede overheid, of als een goed burger zich gedragen. Zie ook Fillip.1:27, en Fillip.3:20.